“De samenleving is fundamenteel aan het veranderen, net zo ingrijpend als bij de overgang van landbouw- naar industriële cultuur in de 19e eeuw. In het onderwijs wordt hier nog nauwelijks beleid op gemaakt.”
Aan het woord is Hans van Driel (@hvdriel), vice-decaan onderwijs aan de faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit van Tilburg. Naast zijn functie als decaan geeft hij ook nog twee cursussen, mediawijsheid en beeldcultuur. Ik sprak de heer Van Driel over de toekomst van het universitair onderwijs.
Waarom is vernieuwing nodig?
“De verandering van de samenleving betekent ook een verandering van een schriftcultuur naar een digitale cultuur. Dit betekent ook dat we te maken krijgen met een andere set normen en waarden. Begrippen als privacy en auteurschap gaan veranderen of zelfs verdwijnen. Het onderwijs moet hierop inspelen.”
Volgens Van Driel verandert de samenleving zo snel dat we de studenten van nu opleiden voor een onbekende toekomst. Dit vraagt om ingrijpende wijzigingen in het hoger onderwijs.
Stroop en paralelle werelden
Het is duidelijk dat de innovatie binnen universiteiten ver te zoeken is. Volgens Van Driel heeft dit twee oorzaken. Ten eerste hebben veel onderwijsprofessionals de traditionele normen en waarden van de universiteit ‘geïnternaliseerd’. Het is dus logisch dat zij zich verzetten tegen nieuwe ontwikkelingen. Verzet tegen de toekomst heeft echter weinig zin, de ontwikkelingen gaan toch niet ophouden. De tweede reden is de focus op onderzoek. “Het universiteitspersoneel werd altijd geselecteerd op het onderzoeksverleden, niet op capaciteiten als docent. Dit is gelukkig wel aan het veranderen.” Het is logisch dat onderzoekers niet geïnteresseerd zijn in onderwijsvernieuwing. Dat is immers niet hun core-business.
Dit alles zorgt ervoor dat het hoger onderwijs een stroperige sector is. Er gebeurt van alles en de bijeenkomsten zijn legio, maar de goede ontwikkelingen worden niet doorvertaald naar de onderwijspraktijk. Van Driel heeft het over “paralelle werelden, waartussen nauwelijks kennis wordt uitgewisseld.” De uitdaging is dus niet het creëren van onderwijsinnovatie, maar zorgen dat deze innovaties ook daadwerkelijk worden ingevoerd!
Datamining en videocolleges
Gelukkig ziet Van Driel ook lichtpuntjes. De UvT start in september met de master Datajournalism, waar de aandacht niet licht op stukjes schrijven, maar op datamining en en het visualiseren van die data. Daarnaast worden de videocolleges steeds beter. Hoorcolleges worden niet meer integraal opgenomen en online gegooid, maar in een studio opgenomen en strak gemonteerd.
Doelen voor de toekomst
Om de starters van de toekomst beter voor te bereiden moeten we hen andere skills meegeven. Van Driel: “Er moet een nieuwe academische houding komen, die meer gericht is op het bedrijfsleven, want daar komen de meeste studenten terecht.” De skills van de academicus van de toekomst:
- Snel verbanden leggen
- Verschillende perspectieven combineren
- De eigen, specifieke kennis toepassen in andere contexten
- Samenwerken met specialisten uit andere velden
De taak van de universiteit
Ook de onderwijsinstellingen moeten zich volgens Van Driel specialiseren: “De universiteit moet transparante, heldere eindtermen voor cursussen en studies opstellen. Wij zijn ook degenen die gaan toetsen of de studenten aan deze eisen voldoen.” Waar zij de kennis en skills vandaan halen is volgens Van Driel wel interessant, maar niet iets waar de universiteit controle over moet uitoefenen.
In het kort: universiteiten moeten studenten opleiden tot flexibele, zelfstandige mensen die zelf kunnen bepalen hoe ze problemen het beste op kunnen lossen. Door zich te richten op het vaststellen van eindtermen en het toetsen daarvan ontstaat de ruimte om cursussen flexibeler in te richten. Laat studenten zelf bepalen hoe en waar ze kennis en kunde willen opdoen. Een bachelor of mastertitel wordt zo een echt kwaliteitskeurmerk.